5.0 What is Life?
Metabolisme:
Stofwisseling, een andere naam voor metabolisme, is het eerste kenmerk dat levende organismen delen. Alle organismen bestaan uit één of meer cellen en deze cellen kunnen energie en materiaal van de buitenwereld opnemen om zichzelf te kunnen onderhouden. Dit proces wordt door het DNA geleid.
Homeostase:
Homeostase is de mogelijkheid van alle cellen om zich aan te passen aan kleine veranderingen in de omgeving. Dat doen ze met behulp van de energie en het materiaal dat ze krijgen door metabolisme. Ook dit wordt door instructies van het DNA geleid.
Reproductie:
Voortplanting, een ander woord voor reproductie is het derde kenmerk van “de leven”. Een organisme kan, voordat het sterft, kopieën van zichzelf maken en geeft zo zijn genetische materiaal door. Bij ongeslachtelijke voortplanting betreft dit al zijn materiaal, maar bij geslachtelijke voortplanting wordt slecht een deel van het materiaal doorgegeven.
Adaptie:
Adaptie is een ander woord voor aanpassing. In een tijdsspanne van vele generaties kan een bepaalde soort veranderen en zich aanpassen aan veranderde omgevingen. Dit gebeurt door foutjes in de kopieën van het DNA. Sommige foutjes blijken voordelig uit te pakken. Zo ontstaan nieuwe soorten. Het is ook de basis van de evolutie.
Wat denken de meeste mensen dat het eerste leven op aarde heeft gemaakt?
chemische reacties.
DNA, wat bestaat uit 4 verschillende stoffen
Wat is de eerste vorm van leven?
bacteriën
zoogdieren.
5.1 How Did Life Begin and Change?
- Vloeibaar water
- De juiste hoeveelheid energie
- chemische stoffen (die blijkbaar belangrijk zijn)
Mini thresholds van het leven
Waarom is fotosynthese een mini thresholds?
5.2 How do Earth and Life Interact?
Deoxyribonucleic acid (DNA)
DNA kun je zien als het molecuul voor leven. Maar dan weet je nog niks. Wat is DNA precies? Hoe kan het dat DNA alle erfelijke informatie over jouw bevat? En wat zijn chromosomen en genen?
DNA zit in alle organismes die er zijn ontdekt. Het bevat de erfelijke eigenschappen van het organisme. DNA bestaat uit twee strengen die in elkaar zijn gevochten. Ze worden bij elkaar gehouden door twee soorten base-paren. adenine(A) met thymine(T) en cytosine(C) met guanine(G).
In jouw lichaam komt wel 20 miljoen kilometer aan DNA voor. Je lichaam bestaat uit ongeveer 10 biljard cellen dus dat betekent dat er in elke cel bijna 2 meter aan DNA zit.
De volgorde van deze bepaalt de erfelijke informatie. Een DNA molecuul bevat 3,2 miljard paren bevat. Dit betekend dat er 1,0348 * 1011 verschillende mogelijke volgordes zijn.
5.3 Ways of Knowing: Life
Hoe zou leven zich ontwikkelen?
goed mutatie. Je overlevings kansen die dus gebaseerd zijn op je eigenschappen wordt ook wel natuurlijke selectie genoemd.